Weetje - Schaakclub Karpov Deinze
U bevindt zich hier   Home  <   Weetje  

Schaakmat

Het woord "schaakmat" is afkomstig van "shah" en "mata". Deze woorden betekenen "koning is dood". Als je de koning van de tegenstander "doodt", ben je gewonnen.

In het begin van het spel (rond 500-700 n.Chr.) kon de koning geslagen worden, wat het spel besliste. De Perzen introduceerden rond 700-800 het idee dat de tegenstander gewaarschuwd moest worden als de koning aangevallen werd ("schaak" in de huidige terminologie). Dit gebeurde om een vroegtijdig, onbedoeld einde van het spel te voorkomen. Later werd door de Perzen de extra regel ingevoerd dat de koning niet naar een positie mocht waar hij schaak zou staan, of in zo'n positie mocht blijven staan. Het resultaat was dat de koning niet geslagen kon worden. Schaakmat werd hiermee de enige manier om een spel te beƫindigen.

De koning van een schaakspel staat schaakmat, of kortweg mat, als hij door een vijandelijk stuk aangevallen wordt (met andere woorden schaak staat), en hij zich niet aan die aanval kan onttrekken door zichzelf te verplaatsen, door het stuk dat hem schaak zet te slaan, dan wel door een ander schaakstuk ter bescherming tussen zichzelf en het vijandelijke stuk in te plaatsen. Dit geldt ook als de tegenstander door het "slaan van de koning" zelf schaak zou komen te staan.

De tegenstander mat zetten is het doel van schaken. Mat is dan ook het einde van de partij.

Er zijn een aantal bijzondere vormen van mat, zoals de herdersmat, stikmat, mat achter de paaltjes en epaulettenmat.

Schaakmat dient men niet te verwarren met pat. Een patstelling ontstaat als geen van beide spelers schaak staat, maar de speler die aan zet is geen geldige zet kan doen; de partij eindigt dan in remise.